Het idee uitwerken
Na het maken van de schetsen en het garen kiezen, was ik benieuwd hoe mijn idee er in het echt uit zou komen te zien. In je hoofd én op papier kan je het natuurlijk wel heel leuk bedenken, maar komt het er dan ook zo uit te zien als je gaat haken? Daarom ben ik eerst wat proeflapjes gaan maken. Lapjes van ongeveer 12 x 12 cm, zodat ik kon zien wat het effect is van de verschillende mozaïek-technieken en om gelijk even te oefenen met deze techniek.
Ik begon met inset mozaïek. Bij deze methode werk je met vasten, lossen en stokjes en keer je het werk. In de toer terug haak je dezelfde steken als in de heengaande toer, in dezelfde kleur. Doordat je de draden steeds meeneemt omhoog, heb je heel weinig draadeindes. Daarom ging mijn voorkeur uit naar deze methode, dat snap je zeker wel hè?! Toen ik proeflapje 1 af had, was ik niet tevreden. Ik vond de vierkantjes er ‘hakkelig’ uitzien. Dit komt denk ik omdat ik iets dikker garen gebruik, waardoor de steken iets grover zijn. Maar wat zou er gebeuren als ik in de achterste lussen zou gaan haken, in plaats van in de hele steek? Dit ben ik gaan uitproberen met proeflapje 2. De vierkantjes werden er wel wat strakker van, maar het oogde toch nog een beetje rommelig.
Laat ik dan de overlay mozaïektechniek eens gaan proberen, besloot ik. Je werkt daarbij met vasten en stokjes, voornamelijk in de achterste lus. De stokjes haak je in de voorste lussen, daardoor komen deze op het werk te liggen. Bij deze techniek knip je na elke toer de draad af en begin je elke keer aan de rechterkant met een nieuwe kleur. Hierdoor krijg je dus heel veel draadeindes. Op filmpjes had ik al gezien dat je deze draadeindes mooi weg kan werken door een dubbele rand te haken. Je hoeft dus niet al die draadjes af te hechten, dat scheelt. Ik zou dan wel even moeten uitzoeken hoe dat dan precies werkt met een dubbele rand haken. Met proeflapje 3 wilde ik eerst maar eens kijken hoe dat eruit zou komen te zien. Daarvoor pakte ik er restjes bij van hetzelfde garen, in andere kleurtjes. Ik vond het namelijk jammer om hier het garen dat voor het ontwerp bedoeld is voor te gebruiken. Terwijl ik de inset proeflapjes nog makkelijk kan uithalen en hergebruiken. Het viel me op dat de vierkantjes er met deze methode veel strakker uitzagen, alleen leken het meer rechthoeken dan vierkanten. Ook vond ik de kleur Ivory te veel aanwezig. Nog maar een vierde proeflapje maken, dan. Ik ga net zo lang door tot ik helemaal tevreden ben, haha. In plaats van 1 stokje, heb ik nu 2 stokjes naast elkaar gehaakt, zodat de vierkanten aan de zijkanten wat dikker zijn. Dit lijkt er meer op, dit gaat het worden!
Het ontwerp
Nu kan ik lekker aan de slag met het uiteindelijke ontwerp. Ik wil een kussentje van 40 x 40 cm maken, dus ik heb eerst uitgerekend hoeveel steken ik nodig heb en hoe ik met het patroon mooi uitkom. Ik heb alle bolletjes en benodigdheden meegenomen op vakantie en ben tussen de uitstapjes door, lekker gaan haken. Ik was er nog niet helemaal uit wat ik zou gaan doen met al die draadeindes. Daar kon ik al hakend wel over nadenken. Misschien is het leuk om ze te laten zitten, als een soort franjes. Ik kan dat trouwens zelfs nog bedenken als ik de achterkant heb gemaakt. Nadat ik een aantal toeren had gehaakt, was ik steeds meer tevreden en ik werd ook wel vrolijk van de kleurencombinatie. De achterkant van het werk ziet er ook nog wel grappig en netjes uit, je krijgt een mooi strepenpatroon. Mijn schriftje had ik meegenomen op vakantie, zodat ik gelijk wat aantekeningen kon maken voor het patroon. Wel zo handig als ik het patroon straks wil uitwerken. Ik merkte dat het mozaïekhaken echt verslavend is om te doen, na elke toer heb je zin om nog een toer te haken. Ik kreeg ook allemaal ideetjes voor andere kleurencombinaties. Grote kans dus dat ik nog een keer een kussen ga maken in andere kleurtjes.
Voor de achterkant van het kussen heb ik ook al een idee. Het lijkt me leuk om dat er anders uit te laten zien dan de voorkant. Ik ga dus voor de achterkant niet nog een keer de mozaïektechniek gebruiken. Zo kan ik het kussen af en toe eens omdraaien, voor een net iets andere uitstraling. Maar de achterkant moet natuurlijk wel bij de stijl en de uitstraling van de voorkant passen. Omdat ik de voorkant iets retro achtigs vind hebben, zat ik aan granny squares te denken. Deze vierkantjes waren in de jaren ’70 populair. Tegenwoordig zijn ze weer helemaal hip en je ziet ze met regelmaat opduiken in de modewereld. In de haakwereld zijn ze al langere tijd populair; altijd leuk om granny squares te maken toch?! Het past ook weer leuk bij mijn vintage rotan stoeltje waar ik het kussen voor wil maken. Ik heb even 2 grannys gemaakt met verschillende maten haaknaalden, om te kijken hoe groot ze zouden worden en of ik dan met de afmeting van het kussen uit zou komen. Het leek me wel mooi om ze met de kleur Brick aan elkaar te maken, voor het contrast. Dat geeft wel een leuk effect, vind ik.
Ik ga er nog even lekker mee aan de slag. De volgende keer vertel ik wat ik uiteindelijk met de rand en de draadeindes heb gedaan, én laat ik het eindresultaat zien!
Tot de volgende blog!
Eline